Lidioom: Stoeien met dame Daome
Achtername en Lidioom: daar valt veel over te vertellen. Het moeten dan wel namen zijn waar je verhalen mee opsmukken kunt. Ik kreeg enkele ‘echte’ Limburgse namen gemaild, zoals Tonnaer, Aben, Bongers en Dings. Prima, maar geef mij maar namen waar iets van Oos Taal in te ontdekken valt. Misschien wonen er in Echt en omgeving meer Abens dan in de rest van Nederland bij mekaar, dat betekent nog niet dat dat woord zelf (Aben) erg Limburgs is.
Dinks wel? Zeker, maar die naam heb ik niet gevonden. Wel komt Dink enkele keren als voornaam voor. Níet bij ons, denk ik, wat wat doet men dan dat wicht aan? Lekker dink van mich. Nut dink!
Nu ben ik opnieuw op de verkeerde weg beland. Er zijn namelijk duizenden pagina’s over namen geschreven, vooral over familienamen. Niet aan te beginnen. Zijn Van Melick en Van Helden Limburgse namen, omdat de respectieve plaatsen nu in Limburg liggen?
Absoluut niet; die hebben niets bijzonders van Oos Taal. Namen in een tekst lijken me vooral voor de couleur locale of de gein. Laten we hopen dat ons ooit een streekroman in het Limburgs ten deel valt, waarin een Jaap Smits door zijn vriendin MIes Bakker helemaal in mekaar geramd wordt, dan denkt iedereen: dat zijn Hollanders.
Wat moet ik met dat alles?
Ik denk dat ik alleen wat ga stoeien met namen die in streekromans en verhalen prima gebruikt kunnen worden. Terug naar Van Helden – die naam komt een paar duizend maal voor, door heel Nederland. Een naam als Van Meyel of Vanmeil bestaat niet. In Mael (Meijel) verklaart men: een Van Helden heet zo omdat een verre voorvader uit Helden vandaan kwam. Hij was daar vertrokken, weggejaagd wellicht. De vroegere inwoners van Mael hoefden hun heil niet elders te zoeken: ze woonden al in het paradijs.
Nu niet naar Mael hollen, Schreurs, daar moeten we heen. Eerst echter iets algemeens. Toen de familienamen vastgelegd zijn, in de tijd dat Napoleon hier de baas was, hebben waarschijnlijk Hollanders dat gedaan. Hoe moet men anders verklaren dat er geen namen met een AO-klank zijn. Dohmen én Daemen spreken we uit als ‘Daome’, Hovens is Haoves, en de Hover die vroeger schuin tegenover me woonde, dat was meneer Haover. Bakker Laove (Loven) in Roermond zou de lekkerste vlaai hebben, Vaessen is immer nog Vaose, maar Coolen was nergens Kaolen.
Allez, met die bakker zijn we aanbeland waar ik het verder over wil hebben: duidelijk Limburgse namen. Volgende week.
Reageren? redactie@veldeke.net of veldgewas@home.nl
Lidioom is onze rubriek over het eigene van de Limburgse taal. Alle voorgaande afleveringen zijn terug te vinden in ons archief.